Een
Amerikaanse meidenband had gespeeld in de tent waar ik barhoofd ben. Ik
liep even naar achter om te kijken of alles goed ging en of ze nog wat nodig
hadden. In de kleedkamer trof ik alleen de zangeres aan die onderuitgezakt op een stoel hing. De
fles whisky die ze de band binnenkomst had gevraagd, lag leeg naast
haar op de grond.
Ik
vroeg of alles oké was. Ze veerde op, pakte mijn hand en zei hees dat ze me al
de hele avond in de gaten had gehouden en of er niet ergens een plek was waar
we even alleen konden zijn. Hier in de kleedkamer kon elk moment weer iemand
binnenkomen, dus misschien was er een hok waar we de drank opsloegen of zo en
waar verder niemand kwam.
Ik
voelde me eerlijk gezegd best gevleid, maar het was binnen bomvol, dus ik moest
echt zo snel mogelijk weer naar de bar. Ik probeerde haar dat uit te leggen en
verveeld liet ze mijn hand los en zakte weer onderuit.
Ik
ging terug de zaal in en trots vertelde ik aan een barman wat er was gebeurd.
Halverwege mijn verhaal begon hij te lachen en zei: “Vroeg ze soms of er een
plek was waar we de drank opslaan zodat je even alleen met haar kon zijn?”
Ik
keek hem verbaasd aan.